PVV-vragen over maatwerk bij windturbines beantwoord.

Datum:
  • donderdag 16 mei 2013
  • in
  • Categorie: , ,
  • HAARLEM - Vragen van de heer D.J. van der Sluijs (PVV), inzake maatwerk bij windmolens.
    Inleiding 

    De heer D.J. van der Sluijs wil graag vragen stellen over maatwerk bij windmolens. Dat windmolens geluidsoverlast veroorzaken, is al aangetoond in diverse onderzoeken, evenals de mate (het aantal omwonenden dat hier last van heeft) waarin deze geluidsoverlast plaatsvindt. De geluidshinder blijkt zelfs 3 keer zo hoog te zijn als van snelwegen is toegestaan. Een groot probleem dus. Deze hinder heeft in sommige gevallen zelfs al geleid tot gezondheidsproblemen.

    Naast deze vorm van geluidshinder” is er ook onderzoek gedaan naar laagfrequentgeluid door de universiteit van Aalborg in Denemarken. De Deense professoren Henrik Møller, Steffen Pedersen, Jan Kloster Staunstrup en Christian Sejer Pedersen hebben uitgebreid onderzoek gedaan naar het geluid van windmolens. Zij hebben vastgesteld dat windturbines, en in het bijzonder de nieuwe generatie mega turbines, een (te) hoog laagfrequent geluid produceren dat zowel binnen als buitenshuis zeer veel hinder geeft en zelfs gezondheidsschade veroorzaakt, indien het de 20dB overstijgt.

    Op 17 december 2012 is in de Provinciale Staten van Noord-Holland de motie van mijn fractie aangenomen met het dictum: “De Staten, gehoord hebbende de beraadslaging verzoeken de gedeputeerde in Den Haag te laten onderzoeken of er in het belang van de burgers andere geluidsnormen, dan wel gelijke normen kunnen worden opgesteld.” En met andere geluidsnormen wordt bedoeld dat geluid op piekmomenten wordt gemeten. Hiermee hebben de Staten aangegeven dat zij het aspect geluidsoverlast bij windmolens als zeer belangrijk aanmerken.

    Een deel van de overlast van bestaande en nieuw te bouwen windmolens is te voorkomen door maatwerk toe te passen. Het Activiteitenbesluit biedt het plaatselijk gezag de mogelijkheid om aanvullende regels ten aanzien van het geluid vast te stellen.

    Het bevoegd gezag kan op grond van art. 3.14a lid 3 in een concreet geval een andere waarde voorschrijven, indien bijzondere lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven. Wat deze bijzondere lokale omstandigheden zijn wordt niet nader genoemd in de toelichting bij het Activiteitenbesluit. Hierdoor zal de overlast voor de woon- en leefomgeving beperkt kunnen worden. Volgens het Activiteitenbesluit moeten de belangen van alle betrokken partijen worden afgewogen en moet het bevoegd gezag motiveren waarom het bepaalde belangen zwaarder laat wegen dan anderen. Alhoewel het plaatselijk bestuur de beschikking heeft over dit instrument, wordt het in de praktijk nog nauwelijks toegepast.

    Vragen 

    Vraag 1: 
    Bent u bekend met de inhoud van het onderzoek naar laag-frequentgeluid dat door de Deense universiteit van Aalborg bij Maastricht is uitgevoerd?

     Antwoord 1: 
    Ja, wij gaan ervan uit dat u doelt op het rapport Beoordeling van laagfrequent geluid van windturbines in Maastricht, dat in april 2012 is opgesteld door Møller et al., Universiteit van Aalborg voor de gemeente Maastricht.

    Vraag 2: 
    Bent u het met de conclusie eens dat een (te) hoog laagfrequent geluid zowel binnen als buitenshuis zeer veel hinder geeft en zelfs gezondheidsschade veroorzaakt? Zo neen, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 2: 
    Wij onderschrijven de conclusie dat langdurige blootstelling aan een te hoog geluidsniveau, ook van laagfrequent geluid, (veel) hinder kan veroorzaken en mogelijk ook effecten op de gezondheid, zoals vermoeidheid, verstoorde nachtrust, hoofdpijn en fysiologische stress. Dit wordt bevestigd in wetenschappelijke publicaties en aanbevelingen van o.a. de Gezondheidsraad en de Wereldgezondheidsorganisatie. Wij merken daarbij op dat dan het geluidsniveau wel de drempelwaarden voor deze effecten moet overschrijden. Er is geen bewijs dat ook onder deze drempelwaarden de genoemde effecten zich kunnen voordoen. De gezondheidseffecten die Møller et al. noemen zijn overigens niet specifiek voor laagfrequent geluid, maar kunnen ook optreden bij andere geluidsfrequenties. 

    Vraag 3: 
    Bent u op de hoogte dat er het instrument van maatwerk in Nederland ergens wordt toegepast. Zo ja, waar?

    Antwoord 3:
    Ja, op 13 maart 2013 hebben B&W van Rotterdam bekend gemaakt dat zij maatwerkvoorschriften opleggen op een inrichting van Maasland Windenergie B.V. voor twee windturbines aan de Noordzeeweg te Rotterdam. 

    Vraag 4: 
    Bent u op de hoogte van het advies van de Milieudienst Kop van Noord- Holland dat de afstand tot de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige bestemming (bijvoorbeeld een woning) moeten worden gebaseerd op het plaatselijke achtergrondniveau? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 4: 
    Ja, wij zijn op de hoogte van het advies van de Milieudienst uit 2007. In dit advies staat, dat bij opschaling van een windturbine door een groter exemplaar, de afstand tot de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige bestemming zou moeten worden gebaseerd op het plaatselijke achtergrondniveau. Gemeenten kunnen dit advies betrekken in hun afweging om in voorkomende gevallen bij vergunningverlening maatwerkvoorschriften op te leggen. 

    Vraag 5: 
    Bent u op de hoogte van de uitspraak van de Raad van State dat voor wat betreft windturbine aan de Grote sloot 158, de normering zou moeten worden gebaseerd op het plaatselijke referentieniveau van het achtergrondgeluid? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 5: 
    Ja, ervan uitgaande dat u doelt op de uitspraak van de Rechtbank Alkmaar van 7 maart 2013 (LJN: BZ3549) die ziet op het toepassen van maatwerkvoorschriften op de windturbine aan de Grote Sloot 158. 

    Vraag 6: 
    Bent u het met de PVV eens dat, op dit moment, bij de belangenafweging voor het toepassen van maatwerkvoorschriften, de belangen van inwoners van Noord-Holland die in de buurt van een windturbine wonen, ondergeschikt zijn aan bijvoorbeeld de duurzaamheidsbelangen? Zo neen, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 6: 
    Nee. De uitspraak van de Rechtbank Alkmaar ziet op het opleggen van maatwerkvoorschriften voor de windturbine aan de Grote Sloot 158. Op basis van deze casus kunnen wij niet onderschrijven dat in de belangenafweging door het bevoegd gezag in algemene zin geldt dat de belangen van omwonenden ondergeschikt zijn aan duurzaamheidsbelangen. Wij beschouwen de uitspraak van de Rechtbank Alkmaar als een stimulans voor gemeenten om in voorkomende gevallen zorgvuldig te onderzoeken of het opleggen van maatwerkvoorschriften wenselijk is. 

    Vraag 7: 
    Bent u het met de PVV eens dat, mede gezien het grote aantal windmolenklachten die dagelijks worden gemeld, u ter bescherming van het woon- en leefmilieu van de inwoners van Noord-Holland, alle gemeenten moet inlichten over het toepassen van het maatwerk instrument? Zo ja, op welke termijn zal dit gebeuren? Zo neen, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 7: 
    Nee. De regels ten aanzien van het toepassen van maatwerkvoorschriften zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling Milieubeheer en kunnen op grond van het overgangsrecht bij het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer in specifieke gevallen worden opgelegd. De gemeente is doorgaans het bevoegde gezag in het kader van de milieuvergunning voor windturbines en derhalve ook voor het eventueel opleggen van maatwerkvoorschriften. Het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling Milieubeheer zijn algemene wettelijke regels en hebben een directe werking. In voorkomende gevallen zullen wij gemeenten in het kader van vooroverleg over vergunningverlening wijzen op de mogelijkheid om maatwerkvoorschriften op te leggen. 

    Vraag 8: 
    Bent u het met de PVV eens dat, gezien de vele zwaarwegende redenen, het voor het plaatselijk gezag geen moeilijke opgave is om een gedegen motivering te formuleren teneinde een maatwerk voorschrift op te leggen? Zo neen, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 8:
     De gemeente is doorgaans het bevoegde gezag in het kader van de milieuvergunning voor windturbines en derhalve ook bevoegd tot het eventueel opleggen van maatwerkvoorschriften. De gemeente kan in een aantal gevallen overgangsrecht toepassen zodat de strengere eisen uit de milieuvergunning van toepassing zijn. De gemeente kan het overgangsrecht toepassen als er onder meer sprake is van een stiltegebied of een bijzondere lokale omstandigheid. Het overgangsrecht kan alleen worden toegepast als een vergunning voor 1 januari 2008 in werking én onherroepelijk was. Gedurende drie jaar kunnen de oude vergunningsvoorschriften dan nog als maatwerkvoorschrift worden aangemerkt, in ieder geval tot 1 januari 2014. Uit bovenstaande blijkt dat het opleggen van maatwerkvoorschriften moet voldoen aan randvoorwaarden en zorgvuldig moet worden gemotiveerd. 

    Vraag 9: 
    In de praktijk blijkt dat de mogelijkheden voor maatwerk bij zowel burgers, politici als windexploitanten nauwelijks bekend is. Het zou goed zijn als de overheid en alle betrokken partijen in de omgeving van een (bestaande en) nieuw te bouwen windmolen in een vroegtijdig stadium bij de mogelijkheden voor maatwerk worden betrokken en juist worden geïnformeerd. Is het College bereidt hier op korte termijn beleid c.q. richtlijnen voor gemeentes hierover op te stellen? Zo neen, waarom niet. Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 9: 
    Nee. Zie verder beantwoording vraag 7. 

    Vraag 10:
    Bent u bereid om bij de minister van Infrastructuur en Milieu aan te dringen op een verdere verruiming van de mogelijkheden voor toepassing van maatwerkvoorschriften voor windturbines in het Activiteitenbesluit. Zo neen, waarom niet. Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 10: 
    Nee. Zie verder beantwoording vraag 7. 

    Vraag 11: 
    Is het College bereidt om op korte termijn fondsen vrij te maken om windmolens te verplaatsen die nu veel overlast aan omwonende veroorzaken? Zo neen, waarom niet? Graag een gemotiveerd antwoord.

    Antwoord 11: 
    Wij hechten groot belang aan het tegengaan van overlast door windturbines en werken conform de op 17 december vastgestelde wijziging van de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS, de Structuurvisie NH 2040 en het beleidskader Wind op land aan een voorstel om te komen tot herstructurering van windturbines die ernstige overlast veroorzaken. In het najaar van 2013 verwachten wij een voorstel aan uw Staten te kunnen voorleggen.



    Provincie N-H



    0 reacties :

    Een reactie posten