LADA positief over burgerparticipatie, kritisch over de projectopdracht, waarom?

Datum:
  • vrijdag 24 mei 2013
  • in
  • Categorie: , ,
  • Burgerparticipatiebeleid moet uit de vezels van bestuurders komen. Daar moet het bestuur “ rijp” voor zijn.
     Het kan ook afgedwongen worden. Kritische burgers kunnen daarbij helpen. Vroegtijdig heb ik gewezen op de recente WRR uitgave: “vertrouwen in burgers”. Dat gaat niet alleen over goed onderbouwde feiten, er spreekt ook een nieuwe tijdgeest uit. Nergens heb ik het gevoel dat dit verstaan wordt, nog niet. Laten we hopen.

    Anno 2013 wordt het hoog tijd dat bestuurders zich klein maken. Geen ruimte voor ego’s. Daar is reden voor: Steeds meer taken en verantwoordelijkheden worden teruggelegd bij de burger. Ook al zijn daar goede gronden voor, de keuzes die gemaakt worden komen op micro/lokaal niveau hard aan. Burgers zijn lang niet allemaal goed in staat de omslag van verzorgingsstaat naar zelfredzaamheid goed te maken. Dat versterkt de onzekerheid naar de toekomst. Grote kwesties als werkgelegenheid, bezuinigingen, de financiële en economische crisis vullen het maatschappijbeeld. Tegelijktijdig passeren zaken als fraude in de zorgsector en belastingontwijking van multinationals. Het lokaal bestuur functioneert in de schaduw van deze kwesties of wordt ermee vereenzelvigd.

     Belangrijk dat het lokale bestuur zich duidelijk onderscheidt van deze “grote boze wereld”. Dat kan door duidelijk en solidair naast de burger te gaan staan. Maximaal ruimte geven in het tempo waarin de veranderingen zich voltrekken. Drie jaar experimenteren is daarvoor een te trage reactie. De knop gaat om: radicaal en per direct. Wetende dat we fouten kunnen maken maar omdat we ons niet hooghartig opstellen dienen we het proces permanent te monitoren en zo nodig bij te sturen

     Zijn alle items wel in beeld? 

     Nee, zonder beleidsnotitie is het wel lastig om die conclusie te kunnen trekken. Weer verwijs ik naar de eerder aangehaalde beleidsnotitie van staatssecretaris Bijleveld. De tweedeling A: meedenken met overheidsbeleid en B: zelf initiatieven ondernemen vraagt lokaal om afzonderlijke uitwerking. De door de staatssecretaris genoemde en aangehaalde prioriteit 3: afzijdige burgers komt in het hele verhaal niet aan de orde. Dat steekt temeer nu steeds meer mensen door het wegvallen van arbeid of door pensioen aan de kant dreigen te komen. Aanpakken en meedoen verdient nadere invulling. Hier, of anders in een lokaal crisisbeleid e.v. in combinatie met Kernenbeleid. De samenhang van beleid is ook hier niet aan de orde.

     Hoe verder? 


     Eerder heb ik startnotitie en de kick off een voortraject genoemd. De oogst van de kick off (een positieve ervaring) is onvoldoende in beeld voor de raad. Procesmatig zijn we toe aan de echte beeldvorming. Noodgedwongen kan dit nu alleen aan de hand van de praktijkopdracht. Dat baart zorgen is weer een indicatie dat : “,samen kom je verder” niet goed doordacht is.

    Beschouw de projectopdracht als een versie 1. Geen bestuurlijke of ambtelijke opdrachtgever kan hier
    jaarlijks op afgerekend worden.
    Dit stuk verdient een gele kaart (voor de wethouder).

    Zet voor het 3e kwartaal het BOB traject uit voor de raad.



    Rob Ravensteijn
    fractievoorzitter LADA,



    e

    0 reacties :

    Een reactie posten