Burgerparticipatiebeleid moet uit de vezels van bestuurders komen. Daar moet het bestuur “ rijp”
voor zijn.
Het kan ook afgedwongen worden. Kritische burgers kunnen daarbij helpen. Vroegtijdig
heb ik gewezen op de recente WRR uitgave: “vertrouwen in burgers”. Dat gaat niet alleen over
goed onderbouwde feiten, er spreekt ook een nieuwe tijdgeest uit. Nergens heb ik het gevoel dat dit
verstaan wordt, nog niet. Laten we hopen.
Anno 2013 wordt het hoog tijd dat bestuurders zich klein
maken. Geen ruimte voor ego’s. Daar is reden voor: Steeds meer taken en verantwoordelijkheden
worden teruggelegd bij de burger. Ook al zijn daar goede gronden voor, de keuzes die gemaakt
worden komen op micro/lokaal niveau hard aan. Burgers zijn lang niet allemaal goed in staat de
omslag van verzorgingsstaat naar zelfredzaamheid goed te maken. Dat versterkt de onzekerheid
naar de toekomst. Grote kwesties als werkgelegenheid, bezuinigingen, de financiële en economische
crisis vullen het maatschappijbeeld. Tegelijktijdig passeren zaken als fraude in de zorgsector en
belastingontwijking van multinationals. Het lokaal bestuur functioneert in de schaduw van deze
kwesties of wordt ermee vereenzelvigd.
Belangrijk dat het lokale bestuur zich duidelijk onderscheidt van deze “grote boze wereld”. Dat kan
door duidelijk en solidair naast de burger te gaan staan. Maximaal ruimte geven in het tempo waarin
de veranderingen zich voltrekken. Drie jaar experimenteren is daarvoor een te trage reactie. De
knop gaat om: radicaal en per direct. Wetende dat we fouten kunnen maken maar omdat we ons niet
hooghartig opstellen dienen we het proces permanent te monitoren en zo nodig bij te sturen
Zijn alle items wel in beeld?
Nee, zonder beleidsnotitie is het wel lastig om die conclusie te kunnen trekken. Weer verwijs ik naar
de eerder aangehaalde beleidsnotitie van staatssecretaris Bijleveld. De tweedeling A: meedenken met
overheidsbeleid en B: zelf initiatieven ondernemen vraagt lokaal om afzonderlijke uitwerking. De door
de staatssecretaris genoemde en aangehaalde prioriteit 3: afzijdige burgers komt in het hele verhaal
niet aan de orde. Dat steekt temeer nu steeds meer mensen door het wegvallen van arbeid of door
pensioen aan de kant dreigen te komen. Aanpakken en meedoen verdient nadere invulling. Hier, of
anders in een lokaal crisisbeleid e.v. in combinatie met Kernenbeleid. De samenhang van beleid is
ook hier niet aan de orde.
Hoe verder?
Eerder heb ik startnotitie en de kick off een voortraject genoemd. De oogst van de kick off (een
positieve ervaring) is onvoldoende in beeld voor de raad. Procesmatig zijn we toe aan de echte
beeldvorming. Noodgedwongen kan dit nu alleen aan de hand van de praktijkopdracht. Dat baart zorgen is weer een indicatie dat : “,samen kom je verder” niet goed doordacht is.
Beschouw de projectopdracht als een versie 1. Geen bestuurlijke of ambtelijke opdrachtgever kan hier
jaarlijks op afgerekend worden.
Dit stuk verdient een gele kaart (voor de wethouder).
Zet voor het 3e kwartaal het BOB traject uit voor de raad.
Rob Ravensteijn
fractievoorzitter LADA,
e
0 reacties :
Een reactie posten