28-12-12 In opdracht van de milieucommissie van het Europees Parlement maakte het Oostenrijkse milieuagentschap een overzicht van de wetenschappelijke kennis over de rol van neonicotinoïden bij massale bijensterfte.
Deze groep insecticiden wordt in toenemende mate verantwoordelijk gehouden voor de recente sterfte. Het rapport adviseert daarom de toepassing van het voorzorgsprincipe.
De jongste jaren buigen steeds meer wetenschappers zich over de problematiek van de toenemende bijensterfte. Na afloop van zulke studies worden neonicotinoïden, een groep van systemische insecticiden, vaak als belangrijke mede-oorzaak aangewezen. Het Oostenrijkse milieuagentschap sloeg er de recente wetenschappelijke literatuur op na en besluit dat het verdwijnen van bijenvolkeren vele oorzaken kent, maar er een groeiende consensus is dat neonicotinoïden gevaarlijk zijn voor bijen.
Uit onderzoek is gebleken dat deze insecticiden erg giftig zijn voor honingbijen die aan hoge doses worden blootgesteld. Ook de blootstelling aan lagere, sub-lethale doses heeft een negatieve impact. Het natuurlijk gedrag van de honingbijen wordt er namelijk door verstoord zodat hun weerstand tegen ziekten achteruitgaat, evenals hun vermogen tot bijvoorbeeld voortplanten en foerageren.
De auteurs van de literatuurstudie concluderen daaruit dat er voldoende wetenschappelijke aanwijzingen zijn om de veiligheid van neonicotinoïden opnieuw te beoordelen. Het Oostenrijks milieuagentschap kijkt daarom uit naar de herevaluatie van deze groep insecticiden door de Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA. Zolang de onzekerheid aanhoudt, dient veiligheidshalve het voorzorgsprincipe gehanteerd te worden, klinkt het nog.
Vilt
0 reacties :
Een reactie posten