Noord-Holland kiest definitief voor een rem op de ontwikkeling van windenergie op land.
Bestaande plannen krijgen weliswaar nog beperkt doorgang, maar daar blijft het bij. Provinciale Staten schaarden zich maandag 17 december achter het aanpassen van de tot dusver gevolgde koers. Deze stap is tegen de zin van vele gemeenten, waaronder Amsterdam en Haarlemmermeer.
Uitgangspunt voor wind op land is vanaf nu een opgave van maximaal 580 MW. “Daar komt geen Megawatt bij”, benadrukt gedeputeerde Bond. Hij rekende de staten voor hoe het nieuwe provinciedoel eruit ziet. “In de provincie staat nu 380 MW. Daar komt met het park in de Wieringermeer 300 MW bij, terwijl tegelijkertijd 100 MW aan verouderde windmolens wordt gesaneerd. Met deze inzet levert Noord-Holland een substantiële bijdrage aan de rijksdoelstelling om in 2020 een opgesteld vermogen van 6000 MW te realiseren.”
Verbijsterd
Het nieuwe windbeleid betekent een radicale wijziging met de koers van het vorige college. Van Liere (PvdD) wijst op de noodzaak van beleid om de verandering van het klimaat tegen te gaan. “Ik schaam me voor de manier waarop we omgaan met onze leefomgeving. We lopen de kantjes er vanaf. Nu proberen we zelfs de ondermaatse doelstelling van het kabinet af te schuiven op andere provincies. Meer duurzame energie en minder overlast is wat het oude beleid voorstond. Laten we daar voor gaan.”
Van Leeuwen (GL) is eveneens faliekant tegen het GS-voornemen. Volgens haar worden hiermee allerlei concrete plannen van innovatieve ondernemers en gemeenten de nek omgedraaid, waaronder de plannen van de gemeente Amsterdam voor windmolens op bedrijfsterreinen in het Noordzeekanaalgebied. “De provincie zou zich in de handen moeten wrijven bij al die initiatieven van ondernemende Noord-Hollanders. Bovendien ontbreekt een deugdelijke onderbouwing, waardoor er grote kans is op schadeclaims. Mijn fractie is verbijsterd dat in een tijd van bezuinigingen dit grote risico wordt genomen.” Gersteling (SP) onderschrijft haar woorden. “Natuurlijk is ook ons de overlast in bijvoorbeeld Zijpe een doorn in het oog. Maar wind op land is broodnodig om te voldoen aan onze duurzame energiedoelstelling. De nu ingezette koers is conservatief, contraproductief, een rem op ondernemingszin en juridisch discutabel. Je kunt gewoon aanvoelen dat de provincie nat gaat en aankoerst op schadeclaims.” Gedeputeerde Bond liet weten dat het inderdaad aannemelijk is dat er juridische consequenties zijn. “Maar ik verwacht dat de provincie door de rechter in het gelijk zal worden gesteld. Per casus zullen we bij u terug komen.” Ook komt de provincie met deze inzet haar afspraken met het Rijk over de uitvoering van windplan Wieringermeer na, aldus Bond. “De rijkscoördinatieregeling is pas van toepassing wanneer het 580-doel niet wordt gehaald.”
Kardol (CU/SGP) roept op nog eens goed te kijken naar de plannen die al zijn ontwikkeld en daarbij een flexibele opstelling te hanteren. “Een gezamenlijk onderzoek met Amsterdam naar de mogelijkheden van plaatsing van windmolens langs het Noordzeekanaal is wel het minste wat de provincie kan doen. Wellicht biedt deze optie ook ruimte om op de locatie in het Wieringermeer iets anders te doen.” Bond wil hier niets van weten. “De Wieringermeer is de enige locatie waar nog nieuwe windmolens bij komen.” Kardol begrijpt dit niet, te meer daar er volgens hem nog meer plekken zijn aan te wijzen waar niemand er last van heeft.
Zuinig zijn met open ruimte
Hoog (VVD) is juist blij met het GS-voorstel. “In het dichtbevolkte Noord-Holland moeten we zuinig zijn met onze open ruimte.” Volgens haar wordt de discussie hierover elders
nauwlettend gevolgd. “Zoals vaker, loopt Noord-Holland voorop.” De 16 procent halen we door minder energie te gebruiken en andere vormen van duurzame energie op te zetten.”
Van der Sluijs (PVV) toonde zich eveneens warm voorstander van de nieuwe provinciekoers. “Het liefst gaat mijn fractie een stap verder en halen we alle windmolens weg. Helaas kan dit niet.”
De PVV-woordvoerder stipte nog een ander aandachtspunt aan, namelijk de geluidsoverlast van de steeds grotere molens. “Deze is wettelijk niet goed geregeld. Het geluid van turbines wordt nu namelijk over het gehele jaar gemeten in plaats van op de piekmomenten. Dit laatste is reëler, omdat dan de overlast het grootst is.” Bij motie riep Van der Sluijs het college op in Den Haag te laten onderzoeken of andere geluidsnormen of gelijke normen kunnen worden opgesteld. Bond wijst er op dat het RIVM hier momenteel onderzoek naar doet. “Als ik uw oproep daar mag onderbrengen dan ben ik voor.” Van der Sluijs stemde hiermee in, waarna de motie werd aangenomen.
Windbank
Belangrijk tweede doel van de nieuwe beleidskoers is het saneren van solitaire, verouderde windmolens. Via het instellen van een windbank willen GS eigenaren van deze molens compenseren als zij hun windrechten afstaan. Papineau Salm (PvdA) toont zich verheugd over dit initiatief om te komen tot herstructurering. “Het is een goede zaak dat provincie de rol van aanjager op zich neemt. Wanneer komt GS met een plan van aanpak en een voorstel voor handgeld?” Stevens (CDA) juicht de windbank toe. “Anders stokt de herstructurering en blijven we nog lang tegen huidige problemen aanlopen.” Van Leeuwen is beduidend minder enthousiast. Volgens haar blijkt uit ervaringen van de provincie Friesland dat herstructurering hierdoor niet van de grond komt. “Dat lukte hier pas nadat is besloten dat van iedere ingeleverde MW er vier nieuwe mogen worden geplaatst. Dat blijkt nodig om de vervanging economisch aantrekkelijk te maken.”
Bond kondigt aan in het voorjaar met een uitgewerkt voorstel te komen, inclusief een plan om betrokkenen te verleiden tot sanering en herstructurering. “Maar hier komt geen geld voor beschikbaar. Uitgangspunt is twee molens weg en een terug.”
Kleine en traditionele molens
Het GS-voorstel maakt een uitzondering voor kleine windmolens: plaatsing hiervan is mogelijk zonder provinciale toestemming. VVD, D66 en PvdA zijn het hier mee eens, maar vinden de gekozen ashoogte van 15 meter te hoog. “Die hoogte is gewoon een flatgebouw”, aldus Hoog. Bij amendement stellen de drie fracties voor de hoogte te verlagen tot maximaal 7 meter. Bond kan zich hierin vinden, waarop het amendement wordt aangenomen. “Dit betekent dat kleine windmolens, ook op daken van bedrijven, gewoon geplaatst kunnen worden”, aldus de gedeputeerde. Van Leeuwen is niet onder de indruk van de aanpassing. “Kleine molens mogen nu, fijn, want ze werden een symbool van de verdwazing.”
Verder pleitte Stevens (CDA) voor de ombouw van traditionele molens. “Wellicht kunnen we die een functie tot energieopwekking geven.” Bond reageerde positief. “Traditionele windmolens zijn de moeite van het onderzoeken waard, maar verwacht er geen wonderen van.” Een motie waarin wordt gepleit de mogelijkheden hiertoe in kaart te brengen werd aangenomen.
Monitoring
Papineau Salm vindt dat er met de inzet op windenergie, energiebesparing in de bestaande bouw en biomassa een duidelijke koers is uitgezet om meer duurzame energie in de provincie op te wekken. “Nu komt het aan op de uitvoering en goede monitoring.” Hij pleitte er bij motie voor om in 2013 in de ‘midterm review’ van de uitvoering van het programma-akkoord aan te geven wat de stand van zaken is. Plus of met het vastgestelde beleid de nieuwe rijksdoelstelling van 16% duurzame energie in 2020 wordt gerealiseerd in Noord-
Holland. Zo niet, dan moet het college aangeven wat aanvullend nodig is. De motie werd met instemming van Bond unaniem aangenomen.
Stemming
Opmerkelijk is dat aan het slot van het debat PvdA-woordvoerder Papineau Salm aankondigde op persoonlijke titel tegen de voordracht te stemmen. “Ik vind dat we met dit voorstel ten aanzien van windenergie binnen de bebouwde kom te veel op de stoel van gemeenten gaan zitten. Daarmee stellen we ons te regulerend op. Mijn fractie stemt wel voor.” Daarop stemde een ruime meerderheid voor het nieuwe windbeleid. Naast Salm stemden enkel de SP en GroenLinks en de eenpersoonsfracties FNH, OBD, PvdD en CU/SGP tegen.
Prov. N-H
0 reacties :
Een reactie posten