Wieringermeer testcase voor participatie in windenergie
DOOR WILLEMIEN SCHENKEVELD
WIERINGERWERF
Als er na 2015 in de Wieringermeer heel veel extra windenergie wordt opgewekt, moeten niet alleen de investeerders daaraan verdienen. Ook de bewoners moeten er voordeel van hebben, zo is de gedachte. Gaat dat lukken?
Niet meer de één de lusten, de andere de lasten. Wil windenergie op land nog een toekomst hebben, dan is participatie een must. Dat zegt bijna iedereen die er iets vanaf weet. Want anders jaag je de burger tegen je in het harnas. Zie Noord-Holland, waar de afgelopen jaren hier en daar zo'n woede over windturbines is ontstaan dat de provinciale politiek nu zelfs met een totale bouwstop dreigt voor deze suizende gevaartes.
Reden om eens goed te kijken naar de Wieringermeer, de enige plek in de provincie waar wel nog van alles staat te gebeuren. In dit uitgestrekte, groene windparadijs - één van de allerbeste plekken in Europa - wordt op dit moment 110 megawatt windenergie opgewekt. Dat moet minstens drie keer zo veel worden. Hoe regel je dat zonder de bewoners ongelukkig te maken?
Vooropgesteld, ze hebben het daar relatief gemakkelijk. In de weidse polder hoor je bijna niemand klagen, ook niet over de vele windmolens die er al staan.
„Het klachtenpatroon is heel beperkt", zegt John Dekker, die voor gemeente Hollands Kroon het opschalingsplan leidt. Maar dat moet ook zo blijven. „We hebben heel zorgvuldig gepland, waar de nieuwe turbines het beste kunnen komen en daarover uitgebreid gecommuniceerd. Maar bovendien hebben we als gemeente geeist dat er participatie komt. Dat is een belangrijke pijler van her Windplan. Daardoor lijken we nu een behoorlijk draagvlak te hebben."
136 euro
De eerste maatregel is een zakje geld voor iedereen die heel dichtbij een windturbine woont. Dat is niet iets nieuws: veel bewoners van de Wieringermeer krijgen dat nu al. Nuon, mede-eigenaar van verschillende windparken, geeft iedereen die op minder dan 800 tot 1000 meter afstand woont, jaarlijks 136 euro korting op de energierekening. Als cornpensatie voor het verminderde uitzicht, het geluid en de slagschaduw van de ronddraaiende wieken.
Het zakje geld moet wel groter worden, vindt de gemeente. Ter vergelijking: in de Noordoostpolder, waar vanaf 2014 een groot windpark verrijst, krijgen de omwonenden straks een vergoeding die wordt berekend op basis van hun hele energierekening en afhankelijk wordt van de gemiddelde windkracht dat jaar. „Bovendien moeten mensen kunnen kiezen", zegt John Dekker. Misschien zijn er mensen die liever geen cash willen, maar zonnepanelen of andere duurzame investeringen in hun woning.
Poldermolen
Maar dit betreft een beperkte groep mensen. De hele polder moet meedoen en meeprofiteren. Hopelijk kan de bouw van de turbines gecombineerd worden met recreatieve voorzieningen zoals een bezoekerscentrum, een fietsroutenetwerk of aantrekkelijke landschapselementen. Op die manier kunnen de windmolens misschien juist bijdragen aan verfraaiing van de polder.
Maar het belangrijkste idee is de 'Poldermolen'. Een van de ongeveer honderd nieuwe turbines wordt van iedereen die hie in wil investeren. Het geld dat hij opbrengt, gaat niet naar iedereen die in de molen investeert, maar is ook bestemd voor de hele gemeenschap. Het wordt ook een herkenbare molen. „Misschien kun je er straks wel in ornhoog, naar een uitkijkpunt. In Duitsland bestaat dat ook en het kan
hier in de polder ook heel mooi zijn'; zegt John Dekker.
De Poldermolen en de andere molens zullen een Windfonds voeden, dat projecten voor de omgeving gaat subsidieren. Zo'n fonds bestaat al op kleine schaal in de polder: het bedrijf ECN, dat een windturbinetestpark heeft nabij het dorpje Kreile roord, stort jaarlijks 10.000 euro in het zogenoemde Kreileroord-fonds. Dat heeft geld gegeven voor bijvoorbeeld een skatebaan, de Koninginnedagviering en een spokentocht.
Zoiets moet het Wieringermeerfonds straks ook gaan doen. Maar dan grootschaliger. De gemeente eist 'een substantieel bedrag' ten opzichte van het rendement van het Windplan. Ter vergelijking: bij het - Windpark Noordoostpolder moeten de investeerders straks jaarlijks 50.000 euro beschikbaar stellen voor projecten in de nabijgelegen dorpen en een deel van hun winst aan de provincie afstaan als gebiedsgebonden bijdrage.
Loopgraven
Het enige dat er niet in lijkt te zitten, is risicodragend participeren in het Windplan zelf: individuele bewoners de kans geven zich in te kopen in de nieuwe windturbines. Elders in Noord-Holland is dat onlangs wel gedaan. Toen de windcooperatie Kennemerwind in 2009 langs het Noordhollands Kanaal nieuwe, grote windturbines neerzette, werden obligaties van 1000 euro uitgegeven. Omwonenden kregen voorrang. De obligaties waren een groot succes: er werd maar liefst 6 miljoen euro opgehaald. Echter, van de 449 obligariekopers wonen er maar dertig in de directe omgeving. Verklaarbaar , vindt Juriaan Jansen van de
Milieufederatie Noord-Holland. „Toen die obligaties werden uitgegeven, was er al veel gedoe rend
die windmolens. De omwonenden zaten al in de loopgraven. Natuurlijk hadden ze geen zin om te investeren."
In de Wieringermeer wordt dit aangehaald als reden om niet zo'n prioriteit te geven aan het uitgeven van obligaties. Zoiets slaat blijkbaar maar beperkt aan en draagt dus maar beperkt bij aan het vergroten van het draagvlak. Het consortium achter het Windplan zit er bovendien niet zo op te wachten. Vandaar dat de obligatie-uitgifte straks beperkt blijft tot de Poldermolen.
Wieringermeerstroom
Jammer dat er niet verder is gezocht naar het verbreden van de participatiemogelijkheden , vindt Juriaan Jansen. „Nu zijn en blijven de windmolens het bezit van een beperkte groep mensen. Terwijl de kracht van duurzame energie kan zijn dat de energie van iedereen wordt. Niet van hen, maar van ons." Participatie kan veel verder gaan, denkt hij. „Als we in Noord-Holland zelf verantwoordelijk willen zijn voor onze eigen energie, dan hebben we de windrijke locatie Wieringermeer zeker nodig. Laat de Noord-Hollanders daarom ook mee investeren en zeggenschap hebben. Energie uit de Wieringermeer, zonder tussenkomst van grote buitenlandse bedrijven, maar georganiseerd door Noord-Hollanders zelf. Onze eigen, zelfgemaakte Wieringermeerstroom."
____________________________________________________
Molen & muziekkorps
In Friesland bestaan sinds de jaren negentig Dorpsmolens.
In Wommels, Pingjum en zo'n tien andere dorpen hebben bewoners
en bedrijven geld bij elkaar gelegd en samen een windturbine
neergezet. De opbrengst daarvan gaat naar dorpsprojecten zoals
een openluchtzwembad en muziekkorpsen. De meeste molens
staan bij het dorp en hebben een embleem of een mooi hek eromheen.
_____________________________________________________
Denemarken
In Denemarken zijn initiatiefnemers van windmolenparken bij wet
verplicht om minstens 20 procent van de aandelen publiekelijk uit
te geven. Hierbij hebben omwonenden voorrang. Jammer dat dit
in Nederland nog nauwelijks gebeurt, vinden de natuur- en
milieuorganisaties hier. Dat `hebben ze in oktober aan de
verantwoordelijke ministers Schulch en Verhagen geschreven.
Ze willen regels voor participatie door omwonenden bij de
ontwikkeling van windparken.
______________________________________________________
Windplan Wieringermeer
In de Wieringermeer staan nu 92 grote windturbines. De meeste
staan in 'windparken' (lijnopstellingen), maar ook zijn er 35 losse
windmolens op boerenbedrijven en een windtestpark van'ECN.
Samen leveren de turbines no megawatt op, goed om too.000
huishoudens een jaar lang groene stroom te leveren.
Bijna al deze windturbines worden straks vervangen door grotere
types. De lijnopstellingen blijven bestaan, de losse boerenmolens
worden in weer nieuwe lijnopstellingen opgenomen en ook komen
er een aantal extra molens bij. Al met al levert de Wieringermeer
straks ongeveer 35o megawatt groene stroom op, drie keer zoveel
als nu.
Het Windplan wordt uitgevoerd door een consortium van Nuon,
ECN en de 35 agratiers. De gemeente heeft voorwaarden gesteld.
_________________________________________________________
Als je niet kunt slapen, bel dan
Omwonenden van een windpark zouden de mogelijkheid moeten
krijgen om .aan de bel te trekken als de overlast te erg wordt, vinden
sommige deskundigen.
Bij het windturbinetestpark van ECN, bij het dorpje Kreileroord in
de Wieringermeer, is daar voorzichtig ervaring mee opgedaan.
Bij de start van het windpark in 2003 deed projectleider Wim Stam
een paar omwonenden een handreiking. „Ik heb gezegd: jongens,
als je 's nachts nou echt niet kunt slapen, bel dan." Het is geen
officiele regeling, benadrukt hij. „Ik heb het tegen een paar mensen
gezegd van wie ik wist dat die er geen misbruik van zouden rnaken."
Al met al is er maar een keertje gebeld, zegt Stam. „En ik heb de
indruk dat het vooral was om mij te testen. Maar inderdaad, ik
heb de turbines toen stil gezet."
______________________________________________________
NHD
De wind moet voor iedereen waaien
Datum:
woensdag 7 november 2012
in
Categorie:
ECN
,
gezondheidseffecten
,
overlast
,
participatie
,
wieringermeer
,
windplan
Categorie:
ECN
,
gezondheidseffecten
,
overlast
,
participatie
,
wieringermeer
,
windplan
0 reacties :
Een reactie posten