Wel of niet bouwen buiten de kernen van de kleine dorpen. De politieke partijen, die meedoen aan de komende raadsverkiezingen, hebben daarover uiteenlopende denkbeelden, zo bleek gisteravond tijdens het Ridderzaaldebat.
Politiek is niet interessant. Het is een veel gehoord statement. Echter: ook bij het derde Ridderzaaldebat over de verkiezingen van volgende week zit de zaal van Slot Schagen mudvol.
Waarbij de discussie over het niet bouwen van woningen buiten de dorpskernen de meeste stof deed opwaaien. Het CDA vindt dit een te eng idee, zo gaf Jelle Beemsterboer aan. Er mag best ook buiten de dorpskern worden gebouwd, om de jeugd de kans te geven in het eigen dorp te blijven wonen en om te voorkomen dat de dorpen grijze eenheidsworsten worden. De PvdA vindt ook dat er aan de grenzen van de dorpen best wat huizen mogen komen. Een standpunt waarin JESS, D66 en de VVD zich kunnen vinden.
De SP wil daarbij het accent leggen op goedkope starterswoningen voor mensen, die het echt nodig hebben. ,,Bouwen naar behoefte", noemde lijsttrekker Jan Pjotr Komen dat.
DNA en GroenLinks zijn mordicus tegen bouwen in het buitengebied. ,,We hebben een gemeente met een zee aan ruimte en die ruimte moeten we niet volbouwen", zei Lambert Riteco (GroenLinks). Hij vond in Friso Teerink (DNA) een bondgenoot: „De leefbaarheid van een kern wordt niet bepaald door het aantal woningen."
De ChristenUnie wil graag dat de oude agrarier bij zijn eigen bedrijf mag blijven wonen.
NHD
0 reacties :
Een reactie posten