Windmolen en vogel gaan samen

Datum:
  • woensdag 10 oktober 2012
  • in
  • Categorie: , ,
  • Vijf jaar onderzoek naar ecologische gevolgen pakt positief uit voor offshore windenergie.
    DOOR JACOB VAN DER MEULEN
     
    EGMOND
     
    Het offshore windmolenpark bij Egmond aan Zee veroorzaakt geen slachting onder de twee miljoen vogels die het jaarlijks doorkruisen. Dat blijkt uit vijfjaar wetenschappelijk onderzoek bij het eerste offshore windpark van Nederland.
     
    Gespecialiseerde onderzoeksinstituten volgen sinds de ingebruikname van het park in 2007 de gevolgen voor vogels, vissen, zeezoogdieren en bodemdieren. Zij deden dat in opdracht van exploitant NoordzeeWind, een samenwerkingsverband van Eneco en Shell.
     
    De vogelbewegingen rond en in het windmolenpark werden geobserveerd met radar. Dat leverde veel en gedetailleerde informatie op over de vliegpatronen van vogels in en rond het park. Maar het systeem maakte geen onderscheid tussen vogelsoorten, Om dat te ondervangen werden vogelaars,elke maand gedurende een dag in het park gestationeerd. Dat leverde auditieve en visuele informatie over de passerende vogelsoorten.
     
    Fourageren
     
    Het blijkt dat een derde van de vogels om het windmolenpark heen vliegt. Het ging daarbij vooral om jan-van-genten, zee-alkachtigen, ganzen, zwanen en duikers. Andere soorten vlogen echter bewust het park in, zoals alle soorten meeuwen en aalscholvers. Deze soorten foerageerden ook binnen het windmolenpark en rustten niet op nabijgelegen platforms. De helft tot driekwart van de lijsters en zangvogels passeerde op doortocht het windmolenpark en toonde zich uiterst behendig in het ontwijken van de rotoren.
     
    Verder is gekeken naar de gevolgen voor de bruinvis in het gebied. Daarbij werden akoestische metingen van voor de bouw vergeleken met de periode dat het park in bedrijf was.
     
    De metingen maakten duidelijk dat de aanwezigheid van de bruinvis vooral varieert door de seizoenen. Vooral in de herfst, winter en het voorjaar werden er veel gespot. In de zomer daalde het aantal fors. De komst van het windmolenpark bracht in dat patroon geen enkele verandering. Maar het aantal geregistreerde bruinvissen nam door de jaren heen wel toe. Die akoestische metingen werden bevestigd door observaties die vanaf de kust werden gedaan. En de geluidsapparatuur in en rond het park leverde nog meer opvallende resultaten op. Zo zaten er in het windmolenpark meer bruinvissen dan er buiten.
     
    De aanwezigheid van tong en kabeljauw in het gebied werd ook onderzocht. De dieren werden gevangen, met peilzenders uitgerust en weer uitgezet. Negen maanden lang werd hun gedrag geobserveerd. Meer dan de helft van de kabeljauwen koos ervoor om in het windmolenpark te blijven. De rest liep wel het risico om in de netten van een vissersschip te belanden.
     
    De tong manifesteerde zich veel beweeglijker dan de kabeljauw. Deze vis verbleef hooguit een paar dagen in het windmolenpark om daarna weer te vertrekken.
     
    ______________________________________________
     
    Geleerden bespreken rapporten
     
    De uitkomsten van de rapporten van onderzoeksinstituten
    Imares, NIOZ en Bureau Waardenburg staan donderdag en
    vrijdag centraal op het congres Offshore Wind and Ecology.
     
    Deskundigen uit binnen- en buitenland bespreken de gevolgen
    van een offshore windmolenpark op de omgeving. En welke
    lering daaruit kan worden getrokken voor toekomstige parken.
    Het onderzochte park van NoordzeeWind levert jaarlijks
    stroom voor 100.000 huishoudens.
     
     
    Bron: NHD

    0 reacties :

    Een reactie posten