Vraag 1:
Antwoord 1:
Om het coalitieakkoord 2011-2015 te kunnen uitvoeren en afwijzend te kunnen beslissen op vergunningaanvragen voor het oprichten van een windturbine, moet de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) worden gewijzigd. Aan deze wijziging is een procedure met ter inzage legging verbonden. Om te voorkomen dat tijdens het doorlopen van deze procedure vergunningen moeten worden verstrekt op aanvragen die in strijd zijn met het toekomstig beleid, hebben uw Staten op 9 juli j.l. een voorbereidingsbesluit Wind op land vastgesteld. Dit besluit is op 11 juli in werking getreden. Het voorbereidingsbesluit heeft tot gevolg dat de planologische situatie wordt bevroren en dat omgevingsvergunningen voor nieuwe windturbines en voor de opschaling van bestaande windturbines, die zijn ingekomen na 11 juli moeten worden aangehouden.
Een voorbereidingsbesluit tot wijziging van de PRVS is niet eerder voorgelegd vanwege de noodzaak om:
a. Scherp in beeld te brengen wat de bestuurlijke, juridische en financiële consequenties zijn van een voorbereidingsbesluit op lopende aanvragen. Onder meer de reikwijdte van het besluit is hierdoor bepaald.
b. Te onderzoeken of voor een wijziging van de Structuurvisie – als motivatie voor de wijziging van de PRVS – een nieuwe plan-MER nodig is. De uitkomst is dat de bijbehorende plan-MER niet behoeft te worden gewijzigd; de voorbereidingstijd voor de (partiële) herziening van de Structuurvisie is hierdoor met circa 6 maanden bekort.
c. Het Ontwerp voorbereidingsbesluit voor juridisch advies voor te leggen aan advocaat Pels Rijcken.
Vraag 2:
Kunt u duidelijk aangeven hoeveel en welke aanvragen, voor windmolens op land, er op de plank liggen die nog wel in aanmerking komen voor een vergunning? Graag verzoek ik u een overzicht te verstrekken van de liggende aanvragen met vermelding van datum van aanvraag.
Antwoord 2:
In onderstaande tabel een overzicht van de ingekomen aanvragen. De aanhoudingsplicht uit het voorbereidingsbesluit heeft alleen betrekking op aanvragen die zijn ingekomen vanaf 11 juli 2012. Na afloop van het voorbereidingsbesluit, dat een maximale geldigheidsduur heeft van 6 maanden, zullen wij deze aanvragen beoordelen op basis van het op dat moment vigerend windbeleid. Voor de overige aanvragen geldt geen aanhoudingsplicht. Wij zullen deze aanvragen in beginsel beoordelen op basis van het vigerend beleid.
Wagendorp1 31-05-2012 (vooroverleg)
Windplan Wieringermeer RCR melding mei 2010
Groetpolder 13-04-2012
Jan van Kempen 23-08-2010
Westfrisia 14-09-2010
Oosterpolder 12-04-2012
Wijdenes 18-02-2010
Andijk 13-03-2009
Reyndersweg 26-08-2011
Amsterdam Noord 25-04-2012 (projectbesluit deelraad)
Hoogtij (in voorbereiding nog niet ingediend)
Vraag 3:
Hoeveel MW aan vermogen leveren de aanvragen, die nog wel in aanmerking komen voor een vergunning, bij elkaar op?
Antwoord 3:
De bovengenoemde aanvragen omvatten samen 418 – 537,5MW. Echter, niet alle aanvragen komen daadwerkelijk in aanmerking voor een vergunning. Het uitgangspunt is het reserveren van ruimte voor 430MW (inclusief het bestaande opgestelde vermogen van circa 330MW) met inbegrip van een volledige uitvoering van windplan Wieringermeer.
Vraag 4:
In hoeverre klopt het dat GS heeft gewacht met het niet meer verstrekken van vergunningen, zodat de eerdere ’afspraken’ met het Rijk, de 500 MW, toch gehaald worden?
Antwoord 4:
Dit klopt niet. Overigens betreft de bedoelde afspraak met het Rijk 430MW duurzame energie.
Vraag 5:
In welke mate kunt u uitsluiten dat de belanghebbende windmolenindustrie en windmolenlobby niet al op de hoogte zijn gebracht en/of geraakt van uw voornemen op een windmolenstop, zodat ’nog even’ onder het oude regime plannen voor solitaire windmolens en windmolenparken zijn ingediend? Zo nee, dan graag uw uitleg voor uw standpunt.
Antwoord 5: Dat sluiten wij niet uit. Initiatiefnemers van windprojecten hebben kennis hebben genomen van ons coalitieakkoord, dat op 18 april 2011 in uw staten is gepresenteerd. In het coalitieakkoord wordt een beleidswijziging aangekondigd. Om te voorkomen dat vooruitlopend op of tijdens deze procedure inkomende verzoeken tot ruimtelijke inpassing, die in strijd zijn met het toekomstig ruimtelijk beleid, in behandeling moeten worden genomen, is op 11 juli 2012 een voorbereidingsbesluit in werking getreden.
Vraag 6:
In hoeverre is de Noord-Hollandse burger geen rad voor ogen gedraaid, doordat de provincie wel al een nieuwe duurbetaalde coördinator PARK heeft aangesteld, uitgerekend een mede-auteur van het rapport ’Choreografie voor 1000 windmolens’? Wekt het provinciebestuur met deze ’Barry Hughes van de windmolenlobby’ niet de indruk van "Vooral Doorrrgaan!"? Graag uw uitgebreide toelichting hierop.
Antwoord 6:
Wij geven onverkort uitvoering aan het coalitieakkoord. Bij de voordracht van het voorbereidingsbesluit Wind op land op 9 juli 2012 hebben wij u geïnformeerd over ons voornemen om het windbeleid ingrijpend te wijzigen. Met de vaststelling door GS van het beleidskader Wind op land, de ontwerp PRVS en de ontwerp Structuurvisie op 4 september j.l. geven wij uitvoering aan ons voornemen.
Vraag 7:
Wat is het coalitieakkoord tussen VVD-PvdA-CDA en D’66 feitelijk nog waard, als deze partijen maar wat goochelen met vergunningstermijnen zodat eerdere doelstellingen alsnog worden behaald?
Antwoord 7:
Zie antwoord vraag 1 en 6.
Vraag 8:
Pleegt u feitelijk geen kiezersbedrog door het doen voorkomen dat er geen nieuwe windmolens meer bijkomen, maar hierbij verzwijgt dat u nog steeds oude afspraken heeft liggen voor een uitbreiding tot 500MW aan windvermogen?
Antwoord 8: Nee. In het coalitieakkoord is opgenomen dat bestaande afspraken met het Rijk om ruimte te reserveren voor 430MW duurzame energie, door ons worden nagekomen. Voor de realisatie van deze opgave reserveren wij ruimte in de polder Wieringermeer. Overigens wordt in de uitvoering van windplan Wieringermeer het oprichten van nieuwe windturbines gekoppeld aan de sanering en herstructurering van bestaande turbines
Bron: Prov. N-H
0 reacties :
Een reactie posten