Zitting heeft later plaats.
De vereniging Houd Zijpe Leefbaar en een
omwonende hebben windturbine-eigenaar Schuijt gedaagd.
Zij eisen veroordeling van Schuijt tot
verwijdering van de windturbine van het perceel Grote Sloot 158 te Sint
Maartensbrug binnen een maand na betekening van het vonnis, kracht bijgezet door
een dwangsom van 15.000 euro per maand met een maximum van 375.000 euro.
Houd Zijpe Leefbaar en de omwonende zijn van
mening dat een dergelijk groot bouwwerk als de windturbine landschappelijk niet
past in de open omgeving. Daarbij klemt dat er goede andere alternatieve
locaties bestaan om de windturbine te plaatsen. Verder levert de windturbine
voor omwonenden veel hinder op, zoals slagschaduw, geluidsoverlast en
verstoring van het uitzicht.
Schuijt heeft in augustus 2005 een
bouwvergunning gekregen voor de plaatsing van een windturbine van het type E66,
hetwelk een zogeheten öpschaling”van een in 1995 vergunde windturbine betrof.
Vervolgens is de heer Schuijt ertoe overgegaan een ander type turbine te
plaatsen dan vergund, te weten het typt E70, en zeker 20 meter verder
landinwaarts dan vergund. Met die verplaatsing is de windturbine op een andere
bestemming terecht gekomen van het bestemmingsplan Buitengebied 1989, tweede
Herziening, te weten de bestemming “Agrarisch productiegebied IIb”, welke bestemming
de plaatsing van een windturbine niet toeliet. Op 26 april 2006 heeft de heer
Schuijt een bouwaanvraag ingediend waarop een gedoogbeschikking vanwege de
gemeente is verstrekt op 9 mei 2006. Aan die beschikking was de voorwaarde
verbonden dat vóór mei 2007 op de nieuwe bouwaanvraag zou moeten zijn beslist.
Aan die voorwaarde is niet voldaan terwijl niet eerder dan in 2011 de procedure
voor de hier bedoelde bouwaanvraag werd voortgezet. Daar de gemeente –doordat
de bouwaanvraag in strijd was met de bestemming- een vrijstelling op grond van
artikel 19 lid 1 van de “oude” WRO wilde verlenen, is aan Gedeputeerde Staten
van de provincie verzocht een zogeheten verklaring van geen bezwaar af te
geven. Laatstgenoemd bestuursorgaan heeft op 4 oktober 2011 besloten te
weigeren omdat het project in strijd is met het recht en er geen sprake is van
een goede ruimtelijke ordening. Ergo: de windturbine kan niet worden
gelegaliseerd.
Bij brief van 25 juni 2012 heeft eisende
partij Schuijt op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gesteld en
gesommeerd de windturbine te verwijderen. Hierop is geen dan wel niet tijdig
een adequate reactie gekomen.
0 reacties :
Een reactie posten