Windplan Wieringermeer zal doorgang vinden

Datum:
  • zaterdag 9 juli 2011
  • in
  • Categorie: , ,

  • 9 juli 2011 Noordkop  -  GS-antwoorden op VVD-statenvragen over coalitie-akkoord windenergie. 

    Vragen nr. 62
     
    Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 5 juli 2011
     
    Onderwerp: vragen van mevrouw P.A.M. Hoog (VVD) en de heer C.J. Loggen (VVD)
     
    Inleiding
     
     In het coalitieakkoord voor Noord-Holland 2011-2015 wordt genoemd dat er géén windmolens op land bij komen en dat gekozen wordt voor windmolens op zee, en anderzijds dat in gezt wordt op innovatieve vormen van duurzame energie. In de Kaderbrief 2012 (waarover PS op 27 juni 2011 zal besluiten) zijn deze uitgangspunten door GS herhaald in de volgende passage (p. 6):
     
     “Windmolens op zee bieden economische kansen voor de kop van Noord-Holland. Ons uitgangspunt is dat opschaling naar een grotere molen gepaard gaat met het weghalen van een aantal kleinere molens met een evenredig vermogen. Wij willen geen toename van het aantal windmolens op land. Wij zetten in op innovatieve vormen van duurzame energie en richten mede daarom een Energy Board op. In deze board werken stakeholders die actief zijn op het terrein van duurzame energie samen om kennis en initiatieven te bundelen. Dit moet leiden tot een krachtige positionering van het noordelijk deel van de provincie op het gebied van duurzame energie.”
     
    De VVD wenst op de hoogte te blijven van hoe GS deze uitgangspunten vormgeeft in 2011 en in de overige jaren van deze termijn tot 2015. Tevens wenst de VVD inzicht te krijgen in de juridische en financiële consequenties van het af te ronden beleid inzake het “Beleidskader Wind op Land Noord-Holland 2011”, zoals vastgesteld in PS op 14 februari 2011, inclusief de daarin vervatte ‘Wind op Land-projecten’. Daarnaast wenst de VVD meer inzicht te krijgen in ‘Wind op Zee-projecten waarbij de Provincie Noord-Holland betrokken is, en mogelijkheden tot verdere uitbreiding hiervan.
     
     Vragen statenleden en antwoorden GS:
     
    1. In het “Beleidskader Wind op Land Noord-Holland 2011” heeft PS ingestemd met het uitgeven van 1,3 miljoen in 2011 aan het opstellen van windplannen in de Kop van Noord-Holland, in de Wieringermeer en aan enkele overige projecten. Deelt GS het standpunt van de VVD, dat, gezien het coalitieakkoord, deze verkenningen voor windplannen op land geen doorgang moeten vinden en dat deze gelden besteed dienen te worden aan verkenningen ten behoeve van windplannen op zee?
     
    1. GS onderzoeken de consequenties van het coalitieakkoord voor het Beleid Wind op Land en de uitvoering in regionale planprocessen voor de Kop van Noord-Holland en West-Friesland. Na het zomerreces zal een voorstel aan PS worden voorgelegd.
     
    2. Volgens GS moet het “Plan van Aanpak voor een regionale strategie voor windenergie in de Kop van Noord-Holland” nog voor de zomer van 2011 de volgende resultaten opleveren: ‘een ruimtelijk kader (waar kunnen/mogen windturbines geplaatst worden), een beleids- en afwegingskader (criteria voor het honoreren van aanvragen), en een ontwikkelstrategie (van plan tot plaatsing)’. (Bron: website Provincie Noord-Holland - Projecten - Wind). Wat is de stand van zaken van dit plan van aanpak en in hoeverre worden de nieuwe kaders van het coalitieakkoord hierin meegenomen?
     
    2. In het kader van het Plan van aanpak voor een Regionale strategie Windenergie in de Kop van Noord-Holland is een concept ruimtelijk kader en basiskaart opgesteld. Bestuurlijk overleg tussen de provincie en betrokken gemeenten over deze stukken en vaststelling van de stukken heeft vanwege het coalitieakkoord geen doorgang gevonden. GS onderzoeken de consequenties voor het planproces in de Kop van Noord-Holland. Na het zomerreces zal een voorstel aan PS worden voorgelegd.
     
    3. Kan GS aangeven wat de stand van zaken is betreffende het Windplan Wieringermeer en de op 18-1-2010 ondertekende intentieovereenkomst (door de Minister, Gedeputeerde Heller en de gemeente Wieringermeer)?
     
     3. Op basis van de op 18 januari 2010 ondertekende intentieovereenkomst hebben gemeente, provincie en het ministerie van I&M samengewerkt aan het opstellen van Windplan Wieringermeer. Van 18 april t/m 30 mei 2011 heeft de ontwerpstructuurvisie Windplan Wieringermeer ter visie gelegen. GS hebben op 28 juni 2011 de Inspraakreactie ontwerpstructuurvisie Windplan Wieringermeer vastgesteld en Provinciale Staten hierover per brief geïnformeerd. Initiatiefnemer alliantie Windkracht Wieringermeer heeft haar initiatief in het kader van Windplan Wieringermeer op 10 mei 2011 formeel aangemeld bij het ministerie van EL&I, bevoegd gezag op grond van de Electriciteitswet.
     
    4. Zal het Windplan Wieringermeer alsnog doorgang vinden? Zo nee, wat zijn hiervan de financiële en juridische consequenties voor de Provincie Noord-Holland?
     
    4. Windplan Wieringermeer zal doorgang vinden. Het project omvat een herstructureringopgave en voldoet als zodanig aan de kaders die het coalitieakkoord stelt. Daarnaast geeft de structuurvisie Windplan Wieringermeer invulling aan afspraken in het Klimaat- Energieakkoord Rijk en Provincies om in 2014 een opgesteld vermogen van 430MW windenergie op land te realiseren. Windplan Wieringermeer zet in op > 100MW opgesteld vermogen. Op grond van de Electriciteitswet heeft initiatiefnemer alliantie Windkracht Wieringermeer het project bij de Minister van EL&I aangemeld voor de Rijkscoördinatieregeling. De Minister van EL&I is samen met de Minister van I&M bevoegd gezag. Het project wordt opgenomen in de Rijksstructuurvisie Wind op Land. Provincie Noord-Holland heeft daarom geen invloed op het besluit om het project Windplan Wieringermeer wel of geen doorgang te laten vinden.
     
    5. Is GS van plan om op korte termijn een inventarisatie van Wind op Land-projecten te verschaffen aan PS, zodat PS inzicht krijgt in de stand van zaken? Graag gespecificeerd in plannen waaraan de provincie deelneemt en plannen voor windturbineparken opgesteld door gemeenten zelf, zoals door gemeente Zijpe. Zo ja, op welke termijn kan PS dit document verwachten? Zo nee, waarom niet?
     
    5. GS werken aan de uitwerking van het coalitieakkoord voor het Beleid Wind op Land en een inventarisatie van windprojecten in Noord-Holland. Na het zomerreces wordt deze inventarisatie vergezeld van een voorstel aan PS voorgelegd.
     
    6. Op welke manier gaat GS in de komende 4 jaar vormgeven aan de ambitie voor windmolens op zee, zoals geformuleerd in het coalitieakkoord NH 2011-2015?
     
    6. GS onderzoeken momenteel op welke wijze kan worden vormgegeven aan de ambities voor offshore windenergie. In het najaar van 2011 zal een voorstel aan PS worden voorgelegd.
     
     
    7. Is GS bereid een inventarisatie te maken van de verwachte economische kansen die windmolens op zee bieden voor de Kop van Noord-Holland, zoals geformuleerd in het coalitieakkoord, rekening houdend met het recent uitgekomen Energierapport 2011? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
     
    7. GS onderzoeken momenteel op welke wijze kan worden vormgegeven aan de ambities voor offshore windenergie, rekening houdend met het Energierapport 2011, dat op 10 juni 2011door de Minister van EL&I aan de Tweede Kamer is gestuurd. Een inventarisatie van de economische potenties van offshore windenergie wordt in het onderzoek betrokken. In het najaar van 2011 zal een voorstel aan PS worden voorgelegd.
     
    8. Is GS op de hoogte van lopende onderzoeken met als doel betere windgegevens te verzamelen die gebruikt kunnen worden bij de voorbereidingen van nieuwe windparken; zoals een vierjarig meteorologisch meetprogramma uitgevoerd door ECN op het Nederlandse deel van de Noordzee? Indien ja, is GS voornemens deze gegevens te gebruiken en is zij bereid deze gegevens bekend te maken aan PS?
     
    8. GS zijn hiervan op de hoogte. GS zijn geen bevoegd gezag als het gaat om windparken op zee en hebben daarom niet het voornemen ruimtelijk onderzoek te doen naar offshore wind en meteorologische gegevens te gebruiken of bekend te maken.
     
    9. Wordt er door de Provincie onderzoek gedaan naar windkansen voor nearshore of farshorelocaties op zee? Zo nee, waarom niet?
     
    9. Nee, GS zijn geen bevoegd gezag. De Minister van EL&I is samen met de Minister van I&M hiervoor bevoegd gezag.
     
    10. Is GS van plan om op korte termijn een inventarisatie van Wind op Zee-projecten waaraan de Provincie Noord-Holland deelneemt of wenst deel te nemen, te verschaffen aan PS, zodat PS inzicht krijgt in de stand van zaken? Zo ja, op welke termijn kan PS dit document verwachten? Zo nee, waarom niet?
     
    10. Op dit moment is Meewind het enige offshore windenergieproject waarin de provincie Noord-Holland participeert. De afweging om in andere offshore windprojecten deel te nemen komt aan bod in de onder beantwoording van vraag 6 genoemde notitie die in het najaar van 2011 aan PS zal worden voorgelegd.
     
    11. Is GS bereid om voor einde 2011 een overzicht te verschaffen van alternatieve initiatieven voor windenergie in de Provincie Noord-Holland?
     
    11. Voor het einde van 2011 zal een voorstel initiatieven voor duurzame energie als alternatief voor windenergie op land aan PS worden voorgelegd.
     
     
    12. Wat is de stand van zaken betreffende de oprichting van een EnergyBoard voor Noord-Holland, zoals genoemd in het coalitieakkoord NH 2011-2015?
     
    12. Er is zeer recent een kwartiermaker aangesteld om de EnergyBoard voor te bereiden. Deze zal de komende maanden gesprekken voeren met relevante partijen binnen en buiten de regio Noord-Holland Noord. Op basis van deze gesprekken zal de kwartiermaker in september/oktober een advies uitbrengen aan GS over de werkwijze en samenstelling van de EnergyBoard. De verwachting is dat de EnergyBoard in oktober 2011 wordt geïnstalleerd.
     
    13. In hoeverre zal de EnergyBoard zich bezighouden met de mogelijkheden voor Wind op Zee?
     
    13. Het is zeer te verwachten dat offshore windenergie één van de thema’s wordt waar de EnergyBoard zich op gaat richten. Reden is dat we verwachten dat offshore windenergie veel economische ontwikkeling zal genereren in de regio, de hoofddoelstelling van de EnergyBoard.
     
    14. Hoe wordt de ‘krachtige positionering van het noordelijk deel van de provincie op het gebied van duurzame energie’ (p.14 coalitieakkoord) door de EnergyBoard en/of GS opgezet?
     
    14. Met de installatie van de EnergyBoard wordt al een belangrijke randvoorwaarde gecreëerd in de regio om zich verder te ontwikkelen. De EnergyBoard gaat er voor zorgen dat er de komende jaren samenwerkingsverbanden ontstaan tussen onderzoeksinstellingen, onderwijsinstituten, bedrijven en overheden. Daarnaast gaat de EnergyBoard verbinding maken met bijvoorbeeld de topsector Energie en EnergyValley; hiermee kunnen we anticiperen op landelijk en Europees beleid. De thema’s waar de EnergyBoard op gaat stimuleren hebben een groot potentieel voor economische ontwikkeling in de regio.
     
     
    Bron: Prov. N-H
    C

    0 reacties :

    Een reactie posten