’Verdachtmaking niet verteerbaar’

13 oktober 2006 - Anna Paulowna  -  Ruzie gemeente en woningbouw Polder 

De verhouding tussen de Woningbouw­vereniging Anna Paulowna (WBV) en het gemeentebestuur is slechter dan ooit. Ook het afgelopen jaar botsten de beide instanties voortdurend.

Gemeentebestuur en woning­bouwvereniging lopen al lang niet meer met elkaar de polonai­se. De eerste problemen dateren van het einde van de zeventiger jaren. Sindsdien was de lucht zelden onbewolkt. Maar het af­gelopen jaar was het helemaal bar en boos, zo betogen bestuur en ledenraad in het jaarverslag. Er waren legio aanvaringen. We noemen er een paar.

WBV pleitte voor het behoud van speelplaatsen en dus een andere situering van de school dan het college wilde. Het leidde, in de optiek van de WBV, tot de opzeg­ging van de samenwerking door burgemeester en wethouders. Daarop wilde de WBV een schrif­telijke onderbouwing over het waarom van de opzegging. Tot nu toe kwam er niets zwart op wit.

Nee, zegt de gemeente bij monde van wethouder L. Fran­ken, het zit heel anders in elkaar. „In mei 2005 hebben we de WBV uitgenodigd voor overleg over Breezand. De directeur weigerde dat. We hebben toen in een brief gevraagd om een gesprek. Daar is niet op gereageerd."

Druppel

De druppel, die de emmer bij de WBV deed overlopen, deed zich voor in een gesprek tussen de nieuwe voorzitter, van de WBV en L. Franken. Hierbij zou door de wethouder zijn gesuggereerd dat het vermoeden bestaat dat de WBV subsidie, bestemd voor het woongebouw Ds Pareauhof, een andere bestemming heeft gege­ven. Eerder had J. Koelemey, de directeur van de woonclub, op het raadhuis al uitgelegd hoe de vork echt in de steel zat. „Dergelijke verdachtmakingen zijn niet verteerbaar", ,aldus de WBV, die het er niet bij liet zitten. De club heeft het ministerie van VROM gevraagd de zaak nog eens door te lichten.

Volgens wethouder Franken zit de vork heel anders in de steel: „We hebben een heel posi­tief gesprek gehad met de heer Hager, de nieuwe voorzitter. Daarbij zijn we onder meer inge­gaan op een andere wijze van sa­menwerking. Daarna kregen wij een brief van de directeur, waarin hij de subsidiekwestie aanroert. Ik heb meteen naar de heer Ha­ger aangegeven, dat hierin geen juiste weergave van het gesprek is gegeven. Hager heeft mij be­loofd om een en ander recht te zetten. Wij hebben ook in een brief aangegeven dat er sprake was van miscommunicatie. Om alles recht te zetten hebben we het voltallige bestuur uitgeno­digd voor een gesprek. Daarop is niet gereageerd."

Is er nog uitzicht op een betere samenwerking? De WBV denkt van wel: „De eerste afspraken, die met de nieuwe wethouder (F. van der Laan, red.) zijn gemaakt, zijn hoopgevend voor de toe­komstige samenwerking."

Bron: NHD