Raad Den Helder niet positief over gesprek Kooyhaven

Anna Paulowna - "Na afloop lieten de Polderse politici zich positief uit over dit overleg. In Den Helder is de toonzetting echter heel anders. "

September 22, 2005 NHD

Afgelopen maandag vond er een geheime vergadering plaats van de gemeenteraden van Den Helder en Anna Paulowna over het project Kooyhaven. Na afloop lieten de Polderse politici zich positief uit over dit overleg. In Den Helder is de toonzetting echter heel anders.

De partijen staan nog steeds lijnrecht tegenover elkaar wat de aanleg van de veelbesproken Kooyhaven betreft. ’Het woord is nu aan de provincie’, zegt fractievoorzitter F. Bellinga van de Helderse VVD.

Den Helder wil een haven op het grondgebied van Anna Paulowna. Onder meer omdat de huidige industriehaven te dicht tegen een woonwijk aan zit. Op initiatief van de provincie, ook voorstander van de haven, waren de twee raden opgetrommeld. Om te bekijken of er misschien toch openingen zijn die aanleg van de haven mogelijk maken. Die zijn er niet. De Polderse politici blijven erbij dat er geen haven op hun grondgebied komt.

’Ik had hoge verwachtingen van deze bijeenkomst’, zegt het Helderse raadslid H. Visser (Leefbaar Den Helder). ’Maar er is geen gezamenlijke verklaring uit de bijeenkomst gerold. Er zijn overigens ook geen harde woorden gevallen. We hebben wel gezegd dat het nuttig is om in de toekomst vaker met elkaar van gedachten te wisselen over onderwerpen die beide gemeenten aangaan.’

Bellinga vindt het niet verbazingwekkend dat de vergadering niet heeft opgeleverd wat de provincie en Den Helder hadden gehoopt. ’De raad van Anna Paulowna is unaniem tegen. Je kunt dan niet verwachten dat ze opeens een ommezwaai maken. Dat zou naïef zijn. Die raad heeft een eigen verantwoordelijkheid tegenover de achterban."" Het woord is nu dus aan de provincie, zegt Bellinga. ’Die heeft de Kooyhaven in het streekplan gezet. De provincie kan bepalen dat die haven ondanks het bezwaar van Anna Paulowna er toch komt, maar ik r weet niet of ze het willen forceren.’

NHD