NHD 11-9-2003
RegiOpinie verslaggever Arie Booy
Met kanongebulder werd donderdagmiddag de start van een nieuwe haven in Kampen ingeluid. Dit project kan model staan voor een soortgelijke ontwikkeling in de Noordkop. De plannen voor de aanleg van een haven met industrieterrein bij Kooypunt, op de grens van Anna Paulowna en Den Helder, vertonen namelijk grote overeenkomst met wat er aan de oostkant van het IJsselmeer gebeurt.
Anderhalf jaar wordt er nu gesproken over een ’nat bedrijventerrein’ langs het Noordhollands Kanaal. Den Helder wil die nieuwe haven voor bedrijven graag op grondgebied van Anna Paulowna laten aanleggen. Zo’n haven vlak ten zuiden van de brug over het kanaal betekent een ontlasting voor Den Helder en kan het bedrijfsleven in de regio nieuwe kansen bieden. Het plan ligt echter zeer gevoelig: de politiek in Anna Paulowna is er nog lang niet over uit of er medewerking gegeven moet worden aan deze ontwikkeling.
Kort
De ervaring in de regio Kampen leert dat de periode van anderhalf jaar die er in de Noordkop over dit project gedelibereerd wordt nog kort is. De eerste besprekingen over de bouw van een Zuiderzeehaven in Kampen begonnen in 1993. Drie jaar geleden sloten de overheden een akkoord met het bedrijfsleven, deze week werden de contracten getekend en over twee jaar hoopt men de eerste bedrijven op het nieuwe complex te kunnen ontvangen.
Er gaat dus nogal wat tijd gepaard met zo’n ontwikkeling. Dat betekent echter niet dat - mochten de gemeenten in de Noordkop overeenstemming bereiken over de aanleg van een haventerrein bij Kooypunt - het ook twaalf jaar duurt voor dat die droom werkelijkheid is geworden. De ervaringen met het publiek-private ondernemen aan de oostkant van het IJsselmeer kunnen immers in de Kop van Noord-Holland van pas komen en tijd besparen.
„Overheid en bedrijfsleven delen bij de aanleg van dit natte bedrijventerrein lief en leed met elkaar. We trekken in deze publiek-private samenwerking gezamenlijk met elkaar op. In voor- en tegenspoed moeten we op elkaar kunnen bouwen"", zegt ir. K. Poortman. Als directeur van het Schager bedrijf De Vries en Van de Wiel was Poortman gastheer van bestuurders en ondernemers die deze week aan boord van een partyschip de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst Zuiderzeehaven bijwoonden.
Uit de Noordkop was wethouder S. Steenbergen van Anna Paulowna present. Burgemeester Staatsen van Den Helder zou ook aanwezig zijn met wethouder Waltmann, maar vanwege de bestuurscrisis rond de Rijkswerf zegden zij op het laatste moment af.
Sappig
Het schip vertrok uit Zwolle voor een reisje naar Kampen. Ter hoogte van de nieuwe brug over de IJssel werden de motoren stopgezet en werd het contract getekend. Daar waar nu nog schapen grazen op de sappige oevers van de rivier moet straks een nieuwe insteekhaven aangelegd zijn. Rond die haven is plaats voor een bedrijventerrein van 48 hectare. Een bedrijfscomnplex dat aangelegd en gerund gaat worden door een onderneming waarin overheid en ondernemingen op basis van gelijkwaardigheid participeren. Beide partijen (publiek en privaat genoemd) hebben vijf tig procent van de aandelen in bezit. Samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is helemaal in de mode. Het model dat voor de haven in Kampen gekozen werd, is evenwel redelijk bijzonder in Nederland. Volgens topambtenaar P. Oussoren van het ministerie van financiën kan het dan ook als een voorbeeld voor andere regio’s gezien worden. De provincie Overijssel en de gemeenten Kampen en Zwolle vormen de publieke partner, een combinatie van De Vries en Van de Wiel, hun moederbedrijf DEME en Dura Vermeer vormen de kern van de private partner. Gezamenlijk vormden zij deze week een ontwikkelingsmaatschappij die de haven gaat aanleggen en industriegrond gaat uitgeven. Beide partijen dragen financieel risico, maar spinnen er ook garen bij als de haven een succes wordt. Directeur Poortman van De Vries en Van de Wiel: „Bij de onderneming die we opgericht hebben zijn geen juristen betrokken. Overheid en bedrijfsleven moeten er samen uitkomen. De uitgangspositie is goed: beide partijen hebben evenveel te vertellen. De ervaring leert dat als één partner de meerderheid heeft en het spannend wordt, dat de minderheids aandeelhouder daar de dupe van kan worden. In deze constructie op basis van gelijkwaardigheid is dat uitgesloten.""
Volgens P.Duijn van De Vries en van de Wiel is het evident dat de lessen - in de Noordkop gekozen wordt voor een soortgelijke ontwikkeling. Als vertegenwoordiger van het Schager bedrijf is hij nauw betrokken bij alle facetten van dit project. Duijn: „Natuurlijk moet er eerst de politieke wil zijn om een haventerrein bij Kooypunt aan te leggen. De private partijen zijn er al wel klaar voor. In de Noordkop gaat het om een kleiner bedrijventerrein, maar de uitvoering en uitstraling zullen vergelijkbaar zijn met wat er in Kampen op stapel staat."" De aanwezigheid van G. Jansen, de nieuwe commissaris van de Koningin in Overijssel, bij de ondertekening toont het belang aan van provinciale inbreng. In NoordHolland is het provinciebestuur ook actief in het aanjagen van projecten met economische potentie. De rol van trekker voor de aanleg van het Wieringer randmeer is daar een voorbeeld van. In bestuurlijke kringen wordt daarom gehoopt dat Gedeputeerde Staten zich ook met de Kooyhaven gaat bemoeien. Ondernemer Poortman zei in zijn toespraak: „Het verschil tussen politiek en bedrijfsleven is dat kleine zaken in de politiek soms grote problemen kunnen veroorzaken, terwijl grote kwesties met een hamerslag worden afgedaan. In het bedrijfsleven is dat andersom.""
Hij wist op dat moment nog niet dat het Helderse college zou struikelen over de komst van gokkasten op de Rijkswerf. De politiek blijft immers een onvoorspelbare bedrijfstak.
NHD
"
0 reacties :
Een reactie posten