Den Helder - Hier klopt iets niet.’ Dat gevoel kent burgemeester Koen Schuiling van Den Helder.
Sam Trompert 7-3
Hij is lid van een provinciale werkgroep die probeert ’ondermijning’ (de vermenging van de onder- en bovenwereld) tegen te gaan. Inderdaad, het is lastig voor politieke partijen om voldoende geschikte kandidaten te vinden, weet Schuiling. Toch is er nog voldoende animo. „Maar de vraag is wat de kwaliteit van de kandidaten is en met welk motief iemand zich kandidaat stelt.”
Denkt u zelf wel eens: is dit wel zuivere koffie?
„Ja, dat heb ik meerdere malen meegemaakt. Het is ook niet iets waarbij je gelijk moet denken: dit speelt zich niet af in mijn straat. Het kan zich ook bij je buren afspelen. Vandaar dat we ons nu op landelijke en regionaal niveau inspannen om ondermijning tegen te gaan.”
„Het is belangrijker dat wij als overheid georganiseerder zijn op dit terrein, ook lokaal. In Den Helder hebben we bijvoorbeeld geen motorgangs. We hebben ook geen zwarte markt. Maar wel een haven. Met de werkgroep van de provincie Noord-Holland proberen we in kaart te brengen waar wij het accent moeten leggen. In het zuiden van het land is er sprake van drugsproblematiek. Dat speelt hier minder, voor zover we weten. Maar we kennen wel de kapperszaken, de belwinkels, de bruidszaken waar soms nooit iemand komt. Of amateurclubs die ineens nieuwe spelers kan aantrekken, vanwege een gulle, nieuwe sponsor. Die maakt van zo’n voetbalclub dan een witwasmachine.”
Ziet u ook dat de onderwereld de bovenwereld probeert binnen te dringen?
„Ik noem geen namen of plaatsen, maar je ziet bijvoorbeeld stromannen van de horeca die in een raad gaan zitten. Om daar dan een gunstig evenementenbeleid te bepleiten. De rekening wordt vervolgens bij de burger gelegd, om de veiligheid dan in goede banen te leiden.”
Moet er meer toezicht komen vanuit de overheid, wat u betreft?
„Dan vind ik wel redelijk ingewikkeld. Je neemt de eed af, of de belofte. Maar dat is puur een formaliteit. Zelfs als je twijfelt: klopt dit allemaal wel? Als je geen bal van iemands motieven gelooft heb je eigenlijk alleen het informele circuit. Je kan in de wandelgangen mensen aanspreken en vragen of ze wel zeker weten dat ze iemand op een bepaalde plek willen hebben. Daar moet je wel mee uitkijken ook.”
Doet u dat ook, gebruik maken van het informele circuit?
„Ja”.
Wat kunnen partijen beter doen in het selectieproces?
„Partijen moeten zelf zoveel moreel besef hebben om in te zien dat een uitgebreide screen vooraf noodzakelijk is. Dat is een kostbare investering, inderdaad. Ik ben zelf van de VVD. We hadden in onze partij ook een paar van die figuren rondlopen. Dat doet zoveel schade aan het aanzien van het openbaar bestuur, maar ook aan de partij. Die investering is het echt wel waard.”
Meer en beter screenen dus?
„Toen ik in 1998 wethouder werd in Groningen werd ik niet gescreend. Dat was toen ook niet nodig, maar het is in de laatste jaren wel omgeslagen. Voor bestuurders doen we zoiets in Den Helder tegenwoordig altijd. Dan nog is het overigens geen garantie dat het goed gaat. Ook in Den Helder hebben we een pijnlijke kwestie gehad met een wethouder, Geurt Visser. Maar dan heb je in ieder geval je best gedaan het te voorkomen.
„Het is een dilemma voor politieke partijen. Je wilt graag een lijst met veel bekende figuren. Dan trek je immers veel mensen. Dat zorgt er wel voor dat de volgorde die je als selectiecommissie hebt bedacht soms volledig door elkaar gehusseld wordt. Dat de nummer 20 ineens toch in de raad komt. Ik citeer maar even een fractievoorzitter, na de bekendmaking van de uitslag: ’Hier had ik totaal geen rekening mee gehouden. Ik heb een groot probleem.’ Ik zou zeggen: liever een kortere lijst, met mensen die je durft te vertrouwen. Het is aantrekkelijk hoor, dat snap ik wel. Je denkt toch: ’Mooi, Jopie neemt z’n netwerk mee en al die mensen gaan op Jopie stemmen.’ Terwijl Jopie tot z’n nek in de drugshandel zit.”
(Tekst loopt door onder afbeelding.)
Om het selectieproces weerbaar te maken tegen louche figuren met politieke ambities probeert de overheid maatregelen te nemen. Toch is het vooral een kwestie van politieke partijen zelf.
De rol van de overheid (gemeente, provincie, Rijk) is zeer beperkt, als het om kandidaatstelling gaat. Voor hen is geen formele rol in het selectieproces. En gelukkig maar, want politieke partijen moeten zelf kunnen bepalen wie er op hun kandidatenlijsten komen. Minister Ronald Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken maakte begin dit jaar wel een handreiking beschikbaar, om partijen tools te geven om beter te letten op integriteit.
In dat document staat bijvoorbeeld een concept-integriteitsverklaring, die kandidaten kunnen ondertekenen. Ook is er een standaard vragenlijst, zodat kandidaatstellingscommissies niets over het hoofd hoeven zien. Het is handig om te weten waar je op moet letten, maar het blijft een formaliteit. ’Bent u integer?’, vragen aan een corrupte kandidaat leidt immers tot een antwoord van beperkte waarde.
Politieke partijen kunnen zelf ook maatregelen nemen. Een aantal partijen vraagt van mensen die zichzelf voor het raadslidmaatschap kandideren om steunverklaringen te verzamelen, van lokale partijleden. Zo bouw je een interne controle in, met behulp van een paar extra ogen.
Verder zijn er bedrijven gespecialiseerd in het natrekken van potentiële kandidaten. Voor kandidaat-bestuurders, zoals wethouders, gedeputeerden en ministers, is het normaal dat zij voor hun benoeming aan een screening worden onderworpen. Formeel zijn zij in dienst van de overheid en kan de werkgever een zogenoemde ’pre-employment screening’ eisen. Van volksvertegenwoordigers kan zij dat niet, zij zijn immers gekozen zonder last. De partij in kwestie kan zo’n screening wel laten doen, maar voor een kandidatenlijst met 30 namen kan dat aardig in de papieren lopen.
Noordhollands Dagblad
Noordhollands Dagblad
1 reacties :
Weer een werkgroep die tot doel heeft verbeteringen aan te brengen en ondanks al die werkgroepen wordt "het" er alleen maar slechter op.
De laatste jaren is gebleken dat vooral bij de oude politieke partijen van alles mis is, zeker bij de vrienden van Schuiling, de VVD'ers en natuurlijk niet te vergeten de PvdA, daar is geen werkgroep voor nodig, dat weten veel burgers zelf wel.
Ook in Hollands Kroon gaat van alles mis en helemaal onbegrijpelijk is dat een VVD collega van Schuiling burgemeester is kunnen worden terwijl hij elders is weggestuurd vanwege fraude. In Hollands Kroon is de hele gemeenteraad buiten spel gezet doordat de Raad het College beslissingsbevoegdheid heeft gegeven, dus is het zinvoller het College van B&W goed te screenen en wie moet dat gaan doen, de partijgenoten van het College?
Partijgenoten en coalitiegenoten laten elkaar niet vallen, ook al omdat ze vaak dezelfde privé belangen hebben, belangen die vaak niet stroken met de belangen van de burgers.
Een reactie posten